Eens de Noord-Vietnamese koerswijziging tot verdere activering van de strijd om het zuiden in 1959 was beslist, en politieke actie moest worden gecombineerd met militaire actie, nam de nam de infiltratie vanuit Noord-Vietnam aanzienlijk toe. De leiders van de Chinese Volksrepubliek verklaarden zich snel bereid om onvoorwaardelijk de rechtvaardige strijd van hun Noord-Vietnamese broeders te steunen, door Hanoi onder meer door massaal militair materiaal en uitrusting te leveren, waaronder uniformstukken, tropenhelmen, en andere uitrusting.
Eén van de meest iconische hoofddeksels die tijdens het conflict door, zowel de Zuid-Vietnamese guerrillastrijders, als door de reguliere Noord-Vietnamese strijdkrachten werd gedragen, was het tropenhoedje of boonie hat (Vietnamees: mũ tai bèo). Boonie hats die destijds, volgens de specificaties van Hanoi, in de Chinese Volksrepubliek (People's Republic of China, PRC) als oorlogshulp aan Noord-Vietnam werden geproduceerd, kwamen in een uitvoering met een smalle of met een bredere rand, en in een hele variatie aan kleuren en stofsoorten. Het Chinese leger zelf droeg zelden gelijkaardige boonie hats op het Chinese vasteland.
1. Constructie
Wat betreft de constructie, hadden de boonie hats van de strijders uit het communistische kamp een kruin die uit zes bij elkaar genaaide driehoekige lappen stof werd gevormd. De binnenvoering werd op een gelijkaardige wijze vervaardigd. Voor deze binnenvoering werden van tijd tot tijd verschillende restjes stof van diverse rollen gebruikt. Daarom kan men soms opmerken dan één of meerdere van de driehoekige segmenten van de binnenvoering soms uit verschillende tinten of restjes materialen zijn samengesteld.
Originele textbook boonie hats, die dus destijds in China werden vervaardigd, kunnen vervolgens ook worden onderscheiden van andere makelij (originele private of lokale makelij, of naoorlogse makelij) door het zachte geplastificeerde materiaal, soms dun cellofaan, dat bovenaan, ter hoogte van de kruin, tussen de binnen-en buitenvoering werd genaaid. De bedoeling van dit materiaal was om het hoofd van de drager droog te houden, en je kan dit materiaal horen ritselen en voelen wanneer je de tropenhoed door de vingers kreukelt. Dit geplastificeerde materiaal was bij textbook boonie hats dus enkel voorzien aan de kruin, en werd niet tussen de lagen stof van de rand aangebracht. Lokaal en artisanaal vervaardigde tropenhoedjes, die eerder met de Vietcong worden geassocieerd, hadden dit geplastificeerde materiaal niet tussen binnen- en buitenvoering.
De vroege textbook tropenhoedjes, die door China als oorlogshulp voor Hanoi werden geproduceerd, hadden twee ventilatiegaatjes uit aluminium. Bijkomend kan men bij deze vroege exemplaren, aan één kant ter hoogte van de band tussen de klep en de bovenkant van de hoed, drie parallelle, schuine rijen stiksel aantreffen, die lijken op de kieuwen van een vis. Dit is typisch voor de vroegste boonie hats. Bij latere exemplaren met bredere rand kwam dit kenmerk minder vaak voor. Latere tropenhoedjes met brede rand hadden drie aluminium of drie geverfde ventilatiegaatjes.
Wanneer boonie hats de manufacturen verlieten, hadden ze een stoffen kinriem uit nagenoeg dezelfde stof als de tropenhoed. De rand van de tropenhoedjes was voorzien van verschillende parallelle, concentrische cirkels stiksel. Bij boonie hats die eerder met de Vietcong worden geassocieerd, was deze afwerking minder perfect wat dat betreft.
Soms werd op de bovenkant van boonie hats stukjes camouflage parachutestof als scrims genaaid, als camouflage, om de vorm van de hoed te breken. Dit was een aanpassing die door de individuele drager werd aangebracht, en gebeurde niet in een fabriek.
2. Kleuren
De kleuren van de boonie hats, geproduceerd in de Chinese Volksrepubliek, kwamen overeen met de kleuren van de uniformen die er eveneens voor Hanoi werden vervaardigd. In de beginjaren werden de tropenhoedjes gemaakt in lichtere tinten, net als de uniformen. Deze kleuren waren: kaki, limoengroen, grijsgroen, verschillende tinten grijs, enz... Naarmate deze voorraden aan stof stilaan waren opgebruikt, werden de kleuren donker en donker, tot het uiteindelijk eindigde bij rietgroen (kelly green). De meest voorkomende stof was keperstof (twill), net zoals de stof van de uniformen, hoewel ook boonie hats uit poplinestof van katoen (cotton popelin) en zelfs dunne canvas werden aangetroffen.
3. Markering
Textbook boonie hats waren niet van stoffen labels of etiketten voorzien. Indien er evenwel enige markeringen in stonden, dan was dit bijvoorbeeld de maat uitgedrukt in een cijfer: 1, 2 of 3; ofwel stond in de binnenkant een productienummer gestempeld dat uit meerdere cijfers bestond; ofwel kwam een maat voor uitgedrukt in twee cijfers.
4. Na de oorlog
Na de val van Saigon in 1975, de overwinning van Noord-Vietnam en de hereniging van beide regio's als de Socialistische Republiek Vietnam (SRV), werden boonie hats nog amper gedragen door het Vietnamese leger. Sindsdien werden zowel de veldpet en de tropenhelm standaard als hoofddeksel gedragen.
Op onderstaande foto's, een zwarte Vietcong boonie hat uit keperstof (twill) zonder ingenaaid geplastificeerde materiaal tussen binnen- en buitenvoering, in gedragen staat.
Reactie plaatsen
Reacties