Vanaf 1959 kende Zuid-Vietnam een revolutionaire guerrillaoorlog tegen het gevestigde regime, dat werd gesteund door de Verenigde Staten. De infiltratie van Noord-Vietnamese kaderleden naar het zuiden nam aanzienlijk toe. In deze periode werden voor de bevrijding van het zuiden drie organisaties opgericht. Vooreerst het Nationale Bevrijdingsfront (NLF), dat zou gaan functioneren als politieke spreekbuis van de Vietcong, en dus van de opstand in Zuid-Vietnam. Vervolgens verenigden de strijdende krachten in het zuiden zich in het Bevrijdingsleger van Zuid-Vietnam, en tot slot zag ook de Revolutionaire Volkspartij (RVP), de marxistisch-leninistische partij van Zuid-Vietnam het licht. Deze RVP deed zich voor een nieuwe partij te zijn, spontaan ontstaan onder linkse krachten en onafhankelijk van buitenlandse invloeden. Het was echter de voortzetting van de zuidelijke tak van de Lao Dong Partij, die na de Akkoorden van Genève ondergronds moest gaan. Beide organisaties traden onmiddellijk toe tot het NLF. Hoewel Noord-Vietnam verklaarde niets met de oprichting van het NLF (en haar ledenorganisaties) te maken te hebben, waren het eigenlijk creaties van Hanoi.
De beslissing van Hanoi om volledige geregelde Noord-Vietnamese eenheden in het zuiden in te zetten dateerde van eind 1963. Militaire activiteiten werden belangrijker geacht dan politieke activiteiten. Dat vereiste de inzet van reguliere Noord-Vietnamese eenheden, evenals de nood aan geavanceerde wapens en aan een logistiek systeem dat middelen van het Bevrijdingsleger van het NLF moest aanvullen. Tussen november 1964 en december 1965 bevonden zich 33 Noord-Vietnamese bataljons in Zuid-Vietnam. Op dat moment bestond ongeveer 30 procent van de totale geregelde strijdkrachten van het communistische kamp uit etnisch Noord-Vietnamezen.
Hieronder een tropenhelm uit geperst karton van Chinese makelij, die vanaf begin jaren '60 aan het reguliere Noord-Vietnamese leger werd geleverd. De binnenkant van deze helm is nog steeds met stof bekleed, maar heeft al een zweetband uit groene naugahyde (kunstleder). Daarom moet het hier ongetwijfeld om een intermediar model gaan.
-
Oorsprong: Chinese makelij (PRC) – vroeg tot midden jaren '60.
-
Materiaal: met-hars-geïmpregneerd geperst karton, geen kurk.
-
Bekleding: buitenkant bekleed met katoenen materiaal, kaki of groen van kleur. De binnenkant was nog steeds bekleed met (kaki) materiaal.
-
Zweetband: groene naugahyde (kunstleder) met witte katoenen backing, met paarse koordjes in het midden en achterkant.
-
Bevestiging in de helm: zweetband bevestigd aan de binnenkant van de helm door middel van grijs geverfde M-vormige tussendichtingen. (Onder de grijze verf zit een paarse primer).
-
Ventilatiegaatjes aan de zijkant uit aluminium, met een dome vent bekleed in stof bovenaan de helm. Ventilatiegat vooraan in de helm waar een insigne in kan worden bevestigd.
-
Kinriem: lederen kinriem met splitpennen uit messing of koper aan de binnenkant van de helm bevestigd. Verstelbare sluitingen uit aluminium.
Reactie plaatsen
Reacties